Rik Wouters

(1882-1916)

Hendrik Emil (Rik) Wouters (Mechelen, 21 augustus 1882 – Amsterdam, 11 juli 1916) was een Belgisch beeldhouwer, kunstschilder, tekenaar en etser. Hij wordt tot de stroming van het fauvisme gerekend.

Toen hij zes jaar oud was stierf zijn moeder. Op twaalfjarige leeftijd hield hij de school voor bekeken en ging hij werken als houtsnijder in het meubelatelier van zijn vader. Hij liep plaatselijk academie en maakte er kennis met Ernest Wijnants. Samen trokken ze naar het atelier van Theo Blickx. Artistiek uitte hij zich oorspronkelijk als beeldhouwer, om eerst nadien zijn ambities uit te werken in kleur en als schilder naam te maken.

Toen hij 17 jaar werd, trok hij naar de Brusselse academie. Hij hield het er nauwelijks uit, tot hij soldaat moest worden. Zijn liefje vond hij er wel: Nel, een jong model, geboren als Hélène Philomène Lionardine Duerinckx. Nel was toen zestien jaar en vier jaar jonger dan Wouters. Het werd de grote liefde en ze trouwden op 15 april 1905. Nel zal zijn korte leven totaal beheersen en de kunstenaar inspireren. Zij werd zijn muze en zijn model.

Het jonge koppel betrekt een klein huisje in Watermaal. Zinnelijk geluk en bittere armoede gingen er hand in hand. Het dorp, de huizen en Nel worden Riks belangrijkste modellen. Om rond te komen gaan ze naar Mechelen bij vader wonen, maar Nel vooral kan er niet aarden. Rik werkte daarna een tijd voor een fabrikant van porselein en voor zijn vader, maar dat houdt hij niet lang vol. Niet bereid om concessies te doen, wil hij schilderen. In 1907 verhuizen ze naar Bosvoorde kort bij het Zoniënwoud en huren er een eenvoudige woning voor achttien frank per maand. De dan 25-jarige schilder heeft al enkele werken tentoongesteld. Met een naaktbeeld genoemd Dromerij behaalt hij een tweede prijs in een vrij prestigieuze jeugdwedstrijd. Zodoende ontvangt hij een staatstoelage van 500 frank, waarmee hij twee jaar huur kan betalen. Aan werk van de tijd, noodgedwongen op karton gemaakt, zoekt hij naar een eigen stijl. Hij imiteert de dan in de mode zijnde stijlrichtingen maar zet er zich ook tegen af. Wouters wil het licht vangen zonder te vervallen in pointillistische stipjes. Wouters lichtheid in zijn werk hangt eerder af van de compositie, van harmonie en contrast waarbij kleurvlakken een eigen bestaan beginnen te leiden op het doek. Hierin neigt hij al naar het abstracte. Rik Wouters schreef toen in een brief: Leven is schilderen, beeldhouwen en tekenen. Wouters was voortdurend bezig met zijn werk, ze spaarden hun eten om dure verf te kopen. Intussen zijn Edgard Tytgat en Willem Paerels vrienden geworden. Datzelfde jaar maakt Rik een buste van Tytgat in gips. Het zal tijdens zijn leven nooit in brons gegoten worden. Onder de zorg van de Brusselse kunstgalerie Giroux gebeurde dit later wel. Momenteel hoort het beeld tot de verzameling van het Brusselse Koninklijke Museum voor Schone Kunsten.

De materiële beperkingen worden enigszins opgelost door een contract bij de Brusselse Giroux, in 1911. Rik Wouters is blijkbaar de eerste Belgische kunstenaar die zich met een contract aan een galerij bindt. Anderzijds wijst het op het vertrouwen dat een galerist in een jong kunstenaar stelt, met alle risico’s van dien. Hij krijgt een maandgeld van 200 frank (BEF), dat echter niet zo regelmatig werd betaald en een krediet bij een schilderszaak. Zijn totale productie, zowel de schilder- als de beeldhouwwerken en de tekeningen, moest bij Giroux in verkoop gebracht worden, op basis van 50/50. Daarbij nam de galerist iedere maand een werk voor zich.

Midden een koortsachtig druk beeldhouwen, tekenen en schilderen, realiseert Rik Wouters, in 1912 en 1913, de meesterlijke hoogtepunten uit zijn te korte carrière. Hij schilderde en tekende bijna onafgebroken en maakte in 1912 zeker vijftig doeken. “Het zotte geweld” en “Huiselijke zorgen”, natuurlijk naar het Nel-model, en de schitterende buste van James Ensor zijn de beroemde sculpturen uit die jaren. Bij de doeken is “De strijkster”, alweer Nel zelf, een onbetwistbare kleurenwervel naar het fauvistische model. Na een geslaagde verkoop in de galerie Giroux , reisden Rik en Nel samen voor enkele weken naar Parijs, om er, in kleuren, de werken van schilders als Renoir en Cézanne te bewonderen. Daarbij komt, in datzelfde jaar, nog de bekroning met de “Picard-prijs” ter waarde van 600 frank. Hij leent nog 10 000 frank bij, koopt een bouwgrond, tekent zelf de bouwplannen van een werkmanswoning. In het voorjaar van 1914 betrekken Rik en Nel de nieuwe woning. In deze woning schilderde Wouters zijn Vrouw in het blauw voor de spiegel. Het is een typisch doek van hem, schetsmatig opgezet met uiterst beweeglijk naast elkaar geplaatste kleurvlakken waarin een spiegel naar een vrouw kijkt en daarvan lijkt te duizelen. Ook verkoopt hij een werk aan de Belgische Staat.

In 1914 breekt het oorlogsdrama los. Eerst krijgt hij nog zijn eerste individuele expo in de Giroux-zaal. Zijn naderende ziekte manifesteert zich dan al wanneer hij klaagt over regelmatig hevige hoofdpijn, die hem belet dagenlang te werken. De kunstenaar wordt opgeroepen als soldaat en wordt ingezet bij de verdediging van Luik. Daar wordt hij krijgsgevangen, maar ontsnapt. Nabij Antwerpen wordt zijn groep ingesloten en hij deserteert, om terecht te komen in een kamp te Zeist, in Nederland.

In 1915 zijn de symptomen van zijn fatale ziekte duidelijk: kaakbeenkanker. Reeds in 1912 had hij geklaagd over steeds vaker voorkomende hoofdpijn. Nel komt bij hem en hij wordt vrijgesteld. Samen gaan ze in Amsterdam wonen in een appartement aan de Derde Kostverlorenkade nr 37, derde verdieping. Hij krijgt er een eerste expositie en toont er het wrange “Rik met zwart oogverband”. Kort opeenvolgende operaties brengen geen oplossing voor zijn kanker aan de bovenkaak. Hij ondergaat intensieve röntgen- en radiumbestraling die geen soelaas bieden.

Men organiseerde nog een tweede tentoonstelling in Amsterdam in 1916. Nel getuigt over Riks laatste winter als volgt: De sombere winter van 1915-1916 hangt over Amsterdam als een lijkwade van ijzel en sneeuw. Het was tijdens een van die treurige dagen dat de kwaal herbegon. Zijn stem klinkt hol en het is pijnlijk hem te zien eten. Hij kan alleen vloeibare dingen naar binnen krijgen, en dan nog slechts, zoals zijn dagelijks verband, door de opening van zijn gebroken kaakbeen. Dit verband achter in zijn mond stinkt en dat vloeibare voedsel doet hem walgen. Het vooruitzicht van de lange slapeloze nachten, in een wanhopige strijd tegen de pijn, maakt hem radeloos. Hij kan niet blijven liggen, wandelde in een kring rond als een gek. Niet eens 34 jaar oud, sterft Rik Wouters na een pijnlijke oogkanker te Amsterdam. Zijn vrouw Nel bleef na Wouters’ dood nog tot 1919 in Amsterdam, waarna ze naar België terugkeerde. Ze hertrouwde met een arts, behartigde Riks artistieke belangen en overleed in 1971, 85 jaar oud.
Vijf jaar na Nels terugkeer werd Riks stoffelijk overschot bijgezet op het kerkhof van Watermaal-Bosvoorde, dicht bij zijn huis. In de tuinmuur van hun huis liet Nel de steen van Riks graf in Amsterdam inmetselen als herinnering.

 

(Wikipedia)