Eugène Verboeckhoven

(1799-1881)

Deze Belgische kunstenaar was de zoon van de beeldhouwer Barthelemey Verboeckhoven ( 1743-1840) die hem de basisvaardigheden van beeldhouwen en boetseren bijbracht. Senior verdiende amper genoeg om het gezin te onderhouden en daarom verdiende de getalenteerde Eugène al vroeg bij als lithograaf. Dit leverde hem een scherp oog voor detail op. Toen hij aan de kunstacademie van Gent onder Ommeganck studeerde stond Verboeckhoven – zoals veel van zijn tijdgenoten – sterk onder ïnvloed van het werk van Noordnederlandse schilders uit de 17e eeuw. De bewondering voor vooral Potter en Cuyp zette hem ertoe aan, zich te specialiseren in dieren en landschappen.

Na een periode van buitenlandse reizen keerde hij in 1827 terug naar België en begon een zeer succesvol atelier in Brussel. De bekende engelse schilder Thomas Sudney Cooper, die ook zijn faam zou verwerven als veeschilder, was een van zijn leerlingen. Verboeckhovens ongeëvenaarde reputatie als kunstenaar verspreidde zich ver buiten België. Beschouwd als de grootste animalier van het vasteland van Europa kon alleen Landseer in Engeland hem naar de kroon steken. Zijn internationale roem werd gevestigd door een serie prachtige ruiterportretten, gemaakt in opdracht van Leopold Saxe-Coburg, de eerste koning van het pas gevormde koninkrijk België. Deze Belgische koning was tevens de lievelingsoom van koningin Victoria van Engeland, hetgeen hem een omvangrijke Engelse clientèle bezorgde.