Ed Dukkers

(1923-1996)

Opgeleid aan de afdeling grafiek van de Kunstnijverheidsschool in Amsterdam, pakt Ed Dukkers na de oorlog al snel de draad van het schilderen weer op, wat niet onopgemerkt blijft. In 1946 selecteert Willem Sandberg Ed Dukkers voor de tentoonstelling ‘Tien jonge schilders’. Aan deze tentoonstelling doen onder meer ook Appel, Corneille en Rooskens mee. Bij Dukkers zijn dan sterke expressionistische tendensen waar te nemen, zoals bij velen uit zijn tijd, maar hij blijkt zijn doelen al snel anders te stellen. Literaire, surrealistische thema’s hebben zijn belangstelling, waarin dood, erotiek en rituelen dicht met elkaar verweven zijn.

Wie het kunstenaarsschap van Ed Dukkers beziet, springt één ding duidelijk in het oog: het heeft zich nadrukkelijk afgespeeld temidden van collega-kunstenaars, die hij op zijn atelier, maar ook bij Arti ontmoette. Ondanks tentoonstellingen in het Haags Gemeentemuseum (1972) en Museum Fodor in Amsterdam (1987), was de waardering door vakgenoten hem uiteindelijk dierbaarder dan bewondering van een groot publiek.

Dukkers werk is zuiver schilderkunstig. Sterk gestileerde vormvlakken worden met secure verfstreken door zijn geoefende tekenoog naast elkaar gezet. Door ritme en kleur wordt diepte veroorzaakt. In zijn laatste jaren zet Dukkers geen nieuwe werken meer op, er is geen nieuw onderwerp dat hij aan de orde wil stellen. Zoals hij eigenlijk gedurende zijn hele loopbaan heeft gedaan, schildert hij bestaand werk over. Hij wil nog alleen zijn oeuvre corrigeren, zet kleine kleurvlakken over bestaande vlakjes heen, soms zelfs een enkel laagje vernis, dat het betreffende vlakje van het gelijk gekleurde naastgelegen vlak onderscheidt. Hieraan ontlenen veel schilderijen hun intensiteit en doorwerkte karakter. Dukkers wilde de bokken van de schapen scheiden, zijn oeuvre afronden.

Na zijn overlijden is de Stichting Ed Dukkers opgericht, die zich heeft ingespannen om een prachtige publicatie mogelijk te maken. Negen kunstenaars, onder wie Reinier Lucassen, Theo Daamen, Jan van der Pol en Liza May Post, lichten daarin hun visie op Dukkers’ werk toe. Ook een kleine serie postume overzichtstentoonstellingen is het resultaat van de inspanning van deze Stichting; te zien in Museum Jan van der Togt te Amstelveen (2003) en het Museum Flehite in Amersfoort (2004).