Cornelis Springer

(1817-1891)

Springer was Nederlands belangrijkste 19e eeuwse schilder van stadsgezichten (Townscapist). Hij kreeg zijn schildersopleiding bij Kaspar Karsen en legde zich al snel toe op stadsgezichten met een alom geprezen architectonische juistheid die grotendeels – op een enkel detail na – correspondeerden met de werkelijkheid. Hij woonde en werkte het grootste deel van zijn leven in Amsterdam en trok elk voorjaar van stad naar stad, slechts gewapend met potlood en schetsboek. Hij schetste in deze Nederlandse steden voornamelijk stadspleinen met stadhuizen en kerken. Gedurende de rest van het jaar bracht hij deze schetsen in zijn atelier tot leven. Hij werkte zeer ijverig, zes dagen per week, en steeds werden deze stadsgezichten beschenen met dezelfde typische aangename voorjaarszon.

Tijdens zijn lange carrière had hij uitgebreid kennis kunnen nemen van de vernieuwers van zijn tijd, maar geen enkele nieuwe stromingen kreeg vat op deze kunstenaar. Springer was tijdens zijn leven weliswaar zeer succesvol maar had niet kunnen vermoeden dat zijn panelen en doeken tot zulke institutionele grootheden zouden uitgroeien als inmiddels het geval is. Hij was een bezetene van een zeer bescheiden type, een technisch perfect opgeleide ambachtsman die de moderne mens een verbazingwekkend oeuvre zou nalaten, een oeuvre dat door de constante poëzie en kwaliteit ervan, nog steeds fungeert als een baken in de tijd.